Merendeel stikstof uit boerderijen gaat in de 'stikstofdeken'
In opdracht van het Mesdag Zuivelfonds hebben onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam gemeten in welke cirkel rond melkveebedrijven de uitgestoten stikstof neerkomt. Verreweg het grootste deel van de uitgestoten stikstof (≈ 90%) komt in hogere luchtlagen van de atmosfeer terecht, en zal elders neerslaan.
Binnen het gemeten gebied met een straal van 500 meter rond de boerderij, slaat het grootste deel van het resterende deel (≈ 10%) neer binnen een straal van 100 meter. Deze uitkomsten zijn in overeenstemming met eerder onderzoek en de modellen van het RIVM.
De UvA was gevraagd dit onderzoek uit te voeren naar aanleiding van vragen vanuit boerenorganisa-ties rond de ruimtelijke verdeling van verschillende stikstofbronnen (landbouw, verkeer, luchtvaart) in de gehanteerde modellen voor stikstofdepositie. Het onderzoek richtte zich op twee melkveebe-drijven. De ene boerderij ligt in een meer stedelijke omgeving, met veel verkeer in de buurt; de andere boerderij ligt meer geïsoleerd en in een landelijke omgeving.
Onder leiding van Albert Tietema van het UvA Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamica (IBED) zijn meerdere deelstudies uitgevoerd. Hierbij is gebruik gemaakt van zowel bestaande methoden om stikstofdepositie te meten als enkele nieuwe, nog experimentele methoden, waar-onder het gebruik van bio-indicatoren. De methoden leverden een eenduidig beeld op.
Binnen het gemeten gebied met een straal van 500 meter rond de boerderij, slaat het grootste deel van het resterende deel (≈ 10%) neer binnen een straal van 100 meter. Deze uitkomsten zijn in overeenstemming met eerder onderzoek en de modellen van het RIVM.
De UvA was gevraagd dit onderzoek uit te voeren naar aanleiding van vragen vanuit boerenorganisa-ties rond de ruimtelijke verdeling van verschillende stikstofbronnen (landbouw, verkeer, luchtvaart) in de gehanteerde modellen voor stikstofdepositie. Het onderzoek richtte zich op twee melkveebe-drijven. De ene boerderij ligt in een meer stedelijke omgeving, met veel verkeer in de buurt; de andere boerderij ligt meer geïsoleerd en in een landelijke omgeving.
Onder leiding van Albert Tietema van het UvA Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamica (IBED) zijn meerdere deelstudies uitgevoerd. Hierbij is gebruik gemaakt van zowel bestaande methoden om stikstofdepositie te meten als enkele nieuwe, nog experimentele methoden, waar-onder het gebruik van bio-indicatoren. De methoden leverden een eenduidig beeld op.
Geen opmerkingen: