LTO: aanpassingen maken fosfaatreductieregeling praktischer
LTO Nederland is tevreden dat staatssecretaris Martijn van Dam de fosfaatreductieregeling aan wil passen voor niet-melkproducerende bedrijven. Voor veel vleesveebedrijven komt hierdoor weer ruimte voor hun reguliere bedrijfsvoering. Dat is de belangrijke conclusie die Jos Bolk, voorzitter vakgroep Vleesveehouderij trekt uit de brief die Van Dam vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. ‘Het is pure winst dat er voor deze bedrijven nu niet alleen naar de datum van 15 december 2016 wordt gekeken, maar ook naar het aantal gehouden dieren in de maanden van 2016.’ Kees Romijn, vakgroep voorzitter Melkveehouderij van LTO Nederland vult aan dat ook voor een aantal grondgebonden melkveebedrijven meer perspectief wordt geboden.
‘Wij zijn tevreden dat de staatssecretaris de definitie van grondgebondenheid gelijk trekt met de definitie bij de fosfaatrechten van 2018. Daarmee vervalt voor 750 bedrijven de 4% korting op het aantal GVE’s op 2 juli 2015,’ zegt Kees Romijn. ‘In overleg met RVO.nl en de zuivelketen is deze oplossing alsnog mogelijk gemaakt. Dit komt tegemoet aan zorgen van extensieve melkveehouders met een relatief lage melkproductie, zonder dat de uitvoering van de regeling vertraging oploopt,’ zegt Romijn.
Voor niet-melkproducerende bedrijven geldt per betaalperiode de referentie van het aantal gehouden dieren op 15 december 2016 of het aantal dieren dat in dezelfde maand in 2016 gehouden werd. Dit laatste wordt maandreferentie genoemd en zal gelden voor de maanden april, juni, augustus, oktober en december 2016. Per periode zal RVO.nl rekenen met de voor de ondernemer meest gunstige situatie. ‘Dit kan dus per periode de maandreferentie of de peildatum van 15 december 2016 zijn,’ zegt Bolk. ‘Het is goed om te zien dat de staatssecretaris oog heeft voor de knelpunten waar ondernemers tegenaan lopen. Bedrijven kunnen nu in 2017 hun normale bezetting weer realiseren zoals in 2016. Dit biedt vooral voor vetweiders, bedrijven met zoogkoeien en jongvee opfokbedrijven weer ruimte.’
Bolk geeft wel aan dat het een gevoelig punt blijft dat bedrijven die na 15 december 2016 meer dan twee dieren aanvoerden onder de regeling vallen. ‘Dit werd pas op 17 februari 2017 bekend gemaakt en veel vleesveehouders hadden toen al dieren aangevoerd. De aanpassingen lossen dit nu niet op, maar bieden wel ruimte om er in 2017 op een praktische wijze invulling aan te geven.’
De afgelopen weken is intensief het ministerie van Economische Zaken en RVO.nl gesproken over vleeskalveren. Wim Thus, vakgroep voorzitter Vleeskalveren van LTO Nederland reageert, ‘Samen kunnen we nog niet tot een heldere definitie van vleeskalveren in de regeling komen. Lastige onderdelen hierin zijn de gemengde bedrijven en de stadsbedrijven voor de rosé-kalverhouderij. Op dit moment werken we aan een praktische invulling daarvoor.’
‘Wij zijn tevreden dat de staatssecretaris de definitie van grondgebondenheid gelijk trekt met de definitie bij de fosfaatrechten van 2018. Daarmee vervalt voor 750 bedrijven de 4% korting op het aantal GVE’s op 2 juli 2015,’ zegt Kees Romijn. ‘In overleg met RVO.nl en de zuivelketen is deze oplossing alsnog mogelijk gemaakt. Dit komt tegemoet aan zorgen van extensieve melkveehouders met een relatief lage melkproductie, zonder dat de uitvoering van de regeling vertraging oploopt,’ zegt Romijn.
Voor niet-melkproducerende bedrijven geldt per betaalperiode de referentie van het aantal gehouden dieren op 15 december 2016 of het aantal dieren dat in dezelfde maand in 2016 gehouden werd. Dit laatste wordt maandreferentie genoemd en zal gelden voor de maanden april, juni, augustus, oktober en december 2016. Per periode zal RVO.nl rekenen met de voor de ondernemer meest gunstige situatie. ‘Dit kan dus per periode de maandreferentie of de peildatum van 15 december 2016 zijn,’ zegt Bolk. ‘Het is goed om te zien dat de staatssecretaris oog heeft voor de knelpunten waar ondernemers tegenaan lopen. Bedrijven kunnen nu in 2017 hun normale bezetting weer realiseren zoals in 2016. Dit biedt vooral voor vetweiders, bedrijven met zoogkoeien en jongvee opfokbedrijven weer ruimte.’
Bolk geeft wel aan dat het een gevoelig punt blijft dat bedrijven die na 15 december 2016 meer dan twee dieren aanvoerden onder de regeling vallen. ‘Dit werd pas op 17 februari 2017 bekend gemaakt en veel vleesveehouders hadden toen al dieren aangevoerd. De aanpassingen lossen dit nu niet op, maar bieden wel ruimte om er in 2017 op een praktische wijze invulling aan te geven.’
De afgelopen weken is intensief het ministerie van Economische Zaken en RVO.nl gesproken over vleeskalveren. Wim Thus, vakgroep voorzitter Vleeskalveren van LTO Nederland reageert, ‘Samen kunnen we nog niet tot een heldere definitie van vleeskalveren in de regeling komen. Lastige onderdelen hierin zijn de gemengde bedrijven en de stadsbedrijven voor de rosé-kalverhouderij. Op dit moment werken we aan een praktische invulling daarvoor.’
Geen opmerkingen: