Nederland verhoogt klimaatsteun aan ontwikkelingslanden
Nederland voert de klimaatsteun aan ontwikkelingslanden op tot ten minste 1,8 miljard euro per jaar in 2025. Daarvan is ruim 900 miljoen euro publiek geld. De rest zijn private klimaatinvesteringen die dankzij publieke steun mogelijk worden gemaakt.
Extra aandacht gaat uit naar samenwerkingen die de landen helpen aanpassen aan de gevolgen van klimaatverandering. Nederland verdubbelt zijn publieke bijdrage aan deze zogenoemde klimaatadaptatie naar een half miljard euro. Het kabinet heeft daartoe voor het eerst een Rijksbrede internationale klimaatstrategie vastgesteld op initiatief van minister Schreinemacher voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en minister Jetten voor Klimaat en Energie.
Het laatste rapport van het VN-klimaatpanel IPCC laat zien dat met de huidige wereldwijde klimaatplannen de Parijsdoelen niet worden gehaald. Alle landen moeten meer doen om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graden Celsius. Op nationaal niveau heeft Nederland al grote klimaatambities: ten minste 55 procent CO2-reductie in 2030 als opmaat naar een klimaatneutraal Nederland in 2050. Met de internationale klimaatstrategie vertaalt het kabinet de urgentie voor meer klimaatactie ook naar een verstevigde inzet in het buitenland.
Het terugbrengen van de CO2-uitstoot is cruciaal in de versterkte inzet. Nederland verdubbelt onder andere de financiële bijdrage aan de bescherming van het tropisch regenwoud naar 50 miljoen euro in 2025, om zo bij te dragen aan de wereldwijde koolstofopslag. Ook trekt Nederland extra geld uit voor schone energie in ontwikkelingslanden en helpt daarmee het aantal mensen dat toegang heeft tot hernieuwbare energie verdubbelen naar 100 miljoen mensen in 2030. Daarnaast besteedt Nederland meer dan de helft van zijn publieke klimaatfinanciering aan adaptatie. Hiermee worden ontwikkelingslanden geholpen zich aan te passen aan een veranderend klimaat, bijvoorbeeld door veilige delta’s en klimaatslimme landbouw. Zelfs bij een opwarming van minder dan 1,5 graden Celsius is adaptatie essentieel.
Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen hebben veel expertise in huis op het gebied van zonne-energie, windenergie, waterstof en duurzame mobiliteit. Daar gaat het nieuwe beleid de komende jaren beter op inspelen. Door Nederlandse bedrijven aan te moedigen te investeren in lage- en middeninkomenslanden, helpt Nederland de ontwikkeling van de landen en krijgen Nederlandse bedrijven toegang tot beloftevolle markten. Zo ontwikkelt het kabinet energiepartnerschappen in landen met een groot potentieel voor waterstof, zodat de energietransitie ter plaatse versneld wordt en een deel van die energie geëxporteerd kan worden.
Extra aandacht gaat uit naar samenwerkingen die de landen helpen aanpassen aan de gevolgen van klimaatverandering. Nederland verdubbelt zijn publieke bijdrage aan deze zogenoemde klimaatadaptatie naar een half miljard euro. Het kabinet heeft daartoe voor het eerst een Rijksbrede internationale klimaatstrategie vastgesteld op initiatief van minister Schreinemacher voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en minister Jetten voor Klimaat en Energie.
Het laatste rapport van het VN-klimaatpanel IPCC laat zien dat met de huidige wereldwijde klimaatplannen de Parijsdoelen niet worden gehaald. Alle landen moeten meer doen om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graden Celsius. Op nationaal niveau heeft Nederland al grote klimaatambities: ten minste 55 procent CO2-reductie in 2030 als opmaat naar een klimaatneutraal Nederland in 2050. Met de internationale klimaatstrategie vertaalt het kabinet de urgentie voor meer klimaatactie ook naar een verstevigde inzet in het buitenland.
Het terugbrengen van de CO2-uitstoot is cruciaal in de versterkte inzet. Nederland verdubbelt onder andere de financiële bijdrage aan de bescherming van het tropisch regenwoud naar 50 miljoen euro in 2025, om zo bij te dragen aan de wereldwijde koolstofopslag. Ook trekt Nederland extra geld uit voor schone energie in ontwikkelingslanden en helpt daarmee het aantal mensen dat toegang heeft tot hernieuwbare energie verdubbelen naar 100 miljoen mensen in 2030. Daarnaast besteedt Nederland meer dan de helft van zijn publieke klimaatfinanciering aan adaptatie. Hiermee worden ontwikkelingslanden geholpen zich aan te passen aan een veranderend klimaat, bijvoorbeeld door veilige delta’s en klimaatslimme landbouw. Zelfs bij een opwarming van minder dan 1,5 graden Celsius is adaptatie essentieel.
Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen hebben veel expertise in huis op het gebied van zonne-energie, windenergie, waterstof en duurzame mobiliteit. Daar gaat het nieuwe beleid de komende jaren beter op inspelen. Door Nederlandse bedrijven aan te moedigen te investeren in lage- en middeninkomenslanden, helpt Nederland de ontwikkeling van de landen en krijgen Nederlandse bedrijven toegang tot beloftevolle markten. Zo ontwikkelt het kabinet energiepartnerschappen in landen met een groot potentieel voor waterstof, zodat de energietransitie ter plaatse versneld wordt en een deel van die energie geëxporteerd kan worden.
Geen opmerkingen: