Noord Brabant wil betere milieuprestaties dan wettelijk minimum
In de afgelopen jaren is het milieu in Noord Brabant in sommige opzichten erop vooruitgegaan. Zo is de luchtkwaliteit verbeterd en worden bodemverontreinigingen met risico op verspreiding systematisch aangepakt. Er zijn tegelijk ook zorgelijke trends waaronder een toename van zeer zorgwekkende stoffen in het milieu, zoals PFAS, en de toename van lichthinder.
De provincie streeft naar een schoon, gezond en veilig milieu waarbij op alle aspecten beter gepresteerd wordt dan het wettelijk minimum, aldus het beleidskader Milieu dat Gedeputeerde Staten afgelopen week naar Provinciale Staten hebben gestuurd ter besluitvorming.
Op het ontwerp-beleidskader zijn 15 zienswijzen ingediend. Dit heeft geleid tot diverse technisch en feitelijke wijzigingen. Ook zijn de adviezen van BrabantAdvies deels verwerkt in het beleidskader en zullen voor de rest worden opgepakt bij het opstellen van de uitvoeringsagenda Milieu.
De commissie voor de milieueffectrapportage (mer) heeft een negatief toetsingsadvies uitgebracht op het planMER dat gemaakt is voor het beleidskader. Het planMER wordt hierop aangepast. Het definitieve advies van commissie-mer op het planMER zal voor besluitvorming in Provinciale Staten over het beleidskader gereed zijn.
In 2030 wil de provincie voldoen aan de normen van de World Health Organization (WHO) voor fijnstof (PM10) en stikstofdioxide en in 2040 voor ultrafijnstof (PM2,5). Deze streefwaarden sluiten goed aan bij de doelstellingen van het Schone Lucht Akkoord. Dit akkoord dat de provincie en vele Brabantse gemeenten getekend hebben, streeft naar 50% gezondheidswinst in 2030 ten opzichte van 2016. De energietransitie, duurzame mobiliteit en de stikstofaanpak dragen al veel bij aan betere luchtkwaliteit.
De provincie heeft als ambitie om Brabantse burgers, flora en fauna in 2030 minder bloot te stellen aan zorgwekkende stoffen als ZZS en pZZS dan in 2023. De provincie wil bij alle gemeenten het bewustzijn en inzicht vergroten over deze stoffen. Die kunnen dat inzicht vervolgens toepassen in de vergunningverlening, het toezicht en de handhaving. Voor bedrijven die onder bevoegd gezag van de provincie vallen scherpt de provincie de procedures aan en zal meer gebruik maken van contra-expertises. Daarbij zal de provincie uit voorzorg pZZS grotendeels gelijk behandelen als ZZS.
De provincie streeft naar een schoon, gezond en veilig milieu waarbij op alle aspecten beter gepresteerd wordt dan het wettelijk minimum, aldus het beleidskader Milieu dat Gedeputeerde Staten afgelopen week naar Provinciale Staten hebben gestuurd ter besluitvorming.
Op het ontwerp-beleidskader zijn 15 zienswijzen ingediend. Dit heeft geleid tot diverse technisch en feitelijke wijzigingen. Ook zijn de adviezen van BrabantAdvies deels verwerkt in het beleidskader en zullen voor de rest worden opgepakt bij het opstellen van de uitvoeringsagenda Milieu.
De commissie voor de milieueffectrapportage (mer) heeft een negatief toetsingsadvies uitgebracht op het planMER dat gemaakt is voor het beleidskader. Het planMER wordt hierop aangepast. Het definitieve advies van commissie-mer op het planMER zal voor besluitvorming in Provinciale Staten over het beleidskader gereed zijn.
In 2030 wil de provincie voldoen aan de normen van de World Health Organization (WHO) voor fijnstof (PM10) en stikstofdioxide en in 2040 voor ultrafijnstof (PM2,5). Deze streefwaarden sluiten goed aan bij de doelstellingen van het Schone Lucht Akkoord. Dit akkoord dat de provincie en vele Brabantse gemeenten getekend hebben, streeft naar 50% gezondheidswinst in 2030 ten opzichte van 2016. De energietransitie, duurzame mobiliteit en de stikstofaanpak dragen al veel bij aan betere luchtkwaliteit.
De provincie heeft als ambitie om Brabantse burgers, flora en fauna in 2030 minder bloot te stellen aan zorgwekkende stoffen als ZZS en pZZS dan in 2023. De provincie wil bij alle gemeenten het bewustzijn en inzicht vergroten over deze stoffen. Die kunnen dat inzicht vervolgens toepassen in de vergunningverlening, het toezicht en de handhaving. Voor bedrijven die onder bevoegd gezag van de provincie vallen scherpt de provincie de procedures aan en zal meer gebruik maken van contra-expertises. Daarbij zal de provincie uit voorzorg pZZS grotendeels gelijk behandelen als ZZS.
Geen opmerkingen: