Gecombineerde fosfaatindicator per 1 januari 2021
Per 1 januari gaat, zoals eerder aangekondigd in het zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn, de gecombineerde fosfaatindicator in werking.
Via deze aangepaste indicator kunnen agrariërs beter bepalen hoeveel fosfaat (meststoffen) hun bodem nodig heeft en kunnen zij hun bemesting daarop afstemmen. Dat voorkomt uitspoeling van fosfaat wat ten goede komt van de waterkwaliteit. Dit schrijft minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) in een brief aan de Tweede Kamer, waarin zij ook aangeeft hoe zij deze overgang geleidelijk wil laten verlopen.
De gecombineerde fosfaatindicator gaat – in tegenstelling tot de oude rekenmethode – uit van twee getallen: de voorraad fosfaat in de bodem en de hoeveelheid fosfaat aan de oppervlakte waar gewassen direct gebruik van kunnen maken. De meeste ondernemers zullen met de gecombineerde indicator evenveel – tot zelfs iets meer – kunnen bemesten als nu. Maar sommige ondernemers – voornamelijk in Zeeland waar de bodem van nature rijk is aan fosfaat – zullen minder mest toe kunnen dienen. Volgens de Commissie Deskundigen Meststoffenwet (CDM) hoeft dit in de praktijk niet nadelig voor ondernemers uit te pakken. Door de hogere fosfaattoestand in de bodem kan met minder mest hetzelfde resultaat behaald worden.
Via deze aangepaste indicator kunnen agrariërs beter bepalen hoeveel fosfaat (meststoffen) hun bodem nodig heeft en kunnen zij hun bemesting daarop afstemmen. Dat voorkomt uitspoeling van fosfaat wat ten goede komt van de waterkwaliteit. Dit schrijft minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) in een brief aan de Tweede Kamer, waarin zij ook aangeeft hoe zij deze overgang geleidelijk wil laten verlopen.
De gecombineerde fosfaatindicator gaat – in tegenstelling tot de oude rekenmethode – uit van twee getallen: de voorraad fosfaat in de bodem en de hoeveelheid fosfaat aan de oppervlakte waar gewassen direct gebruik van kunnen maken. De meeste ondernemers zullen met de gecombineerde indicator evenveel – tot zelfs iets meer – kunnen bemesten als nu. Maar sommige ondernemers – voornamelijk in Zeeland waar de bodem van nature rijk is aan fosfaat – zullen minder mest toe kunnen dienen. Volgens de Commissie Deskundigen Meststoffenwet (CDM) hoeft dit in de praktijk niet nadelig voor ondernemers uit te pakken. Door de hogere fosfaattoestand in de bodem kan met minder mest hetzelfde resultaat behaald worden.
Geen opmerkingen: