Kabinet neemt extra maatregelen voor CO2-reductie
Het kabinet neemt extra maatregelen om de CO2-uitstoot in Nederland op korte termijn verder terug te dringen.
De ministerraad heeft afgelopen vrijdag ingestemd met de maatregelen die worden genomen om te voldoen aan het vonnis in de Urgenda-zaak. Nederland moet de CO2-uitstoot in 2020 en de jaren erna met ten minste 25 procent verminderen ten opzichte van 1990.
Ondanks het feit dat Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in zijn prognoses nog niet alle door het kabinet aangekondigde maatregelen in april om aan het vonnis te voldoen heeft kunnen meenemen, vindt het kabinet dat de onzekerheidsbandbreedte over de emissies fors is.
Een forse CO2-reductie wordt verwacht door de komende jaren de elektriciteitsproductie met kolen behoorlijk terug te brengen.
Als aan de voorwaarden wordt voldaan, wordt er opnieuw een kolencentrale gesloten. De productie van kolencentrales wordt tot 35 procenyt beperkt; een nog lager percentage is in ieder geval bij één centrale technisch niet mogelijk.
Naast maatregelen gericht op de productiebeperking van de kolencentrales werkt het kabinet op dit moment verder aan verschillende maatregelen om de CO2-uitstoot nog verder terug te dringen. Zo is de uitvoering van de energiebesparingsverplichting met de invoering van de informatieplicht vergemakkelijkt voor bedrijven, met name mkb. In het kader van de uitvoering van het Urgendavonnis zijn al eerder middelen beschikbaar gesteld voor de handhaving hiervan. In aanvulling daarop wil het kabinet 9,5 miljoen euro extra in zetten voor meerjarige extra handhavingscapaciteit.
Ook wordt onderzocht wat het effect en de wenselijkheid is van het verbreden van de energiebesparingsverplichting naar ETS-bedrijven. Aanvullend hierop verkent het kabinet samen met de industrie de mogelijkheid voor een convenant voor CO₂-reductie voor de energie-intensieve bedrijven die niet onder de CO2-heffing vallen.
De ministerraad heeft afgelopen vrijdag ingestemd met de maatregelen die worden genomen om te voldoen aan het vonnis in de Urgenda-zaak. Nederland moet de CO2-uitstoot in 2020 en de jaren erna met ten minste 25 procent verminderen ten opzichte van 1990.
Ondanks het feit dat Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in zijn prognoses nog niet alle door het kabinet aangekondigde maatregelen in april om aan het vonnis te voldoen heeft kunnen meenemen, vindt het kabinet dat de onzekerheidsbandbreedte over de emissies fors is.
Een forse CO2-reductie wordt verwacht door de komende jaren de elektriciteitsproductie met kolen behoorlijk terug te brengen.
Als aan de voorwaarden wordt voldaan, wordt er opnieuw een kolencentrale gesloten. De productie van kolencentrales wordt tot 35 procenyt beperkt; een nog lager percentage is in ieder geval bij één centrale technisch niet mogelijk.
Naast maatregelen gericht op de productiebeperking van de kolencentrales werkt het kabinet op dit moment verder aan verschillende maatregelen om de CO2-uitstoot nog verder terug te dringen. Zo is de uitvoering van de energiebesparingsverplichting met de invoering van de informatieplicht vergemakkelijkt voor bedrijven, met name mkb. In het kader van de uitvoering van het Urgendavonnis zijn al eerder middelen beschikbaar gesteld voor de handhaving hiervan. In aanvulling daarop wil het kabinet 9,5 miljoen euro extra in zetten voor meerjarige extra handhavingscapaciteit.
Ook wordt onderzocht wat het effect en de wenselijkheid is van het verbreden van de energiebesparingsverplichting naar ETS-bedrijven. Aanvullend hierop verkent het kabinet samen met de industrie de mogelijkheid voor een convenant voor CO₂-reductie voor de energie-intensieve bedrijven die niet onder de CO2-heffing vallen.
Geen opmerkingen: